Essentialia & Historie

Bronnen: Katholiek Documentatiecentrum, Sapienti Sat (1984), Met dank aan: Hans Simons, Caspar Scholten, Winand Quaedvlieg, Bart van den Tol
Carolus Magnus studentenvereniging

De geschiedenis van de Nijmeegse Studentenvereniging begint met de oprichting van de Katholieke Universiteit Nijmegen in 1923. In hetzelfde jaar waarin de universiteit gesticht werd, is ook het Nijmeegs Studenten Corps ‘Carolus Magnus’ opgericht. Er ontstond in die tijd enige discussie over de aard van de studentenvereniging. Het ene kamp neigde naar een vereniging met een levensbeschouwelijk karakter (vanuit katholiek oogpunt), en het andere kamp zag vooral heil in een traditionele vereniging naar corporaal model zoals in andere studentensteden. De tweede partij krijgt de overhand, en betrekt een sociëteit aan de Oranjesingel 42.

In 1924 – 1925 werd een aantal studenten uit Utrecht en Leiden naar Nijmegen gehaald om de vereniging met een sociëtaire geest te bezielen. Na hun komst is het al snel beslist dat er een sociëteit moet worden opgericht, die wordt geïntegreerd in het Nijmeegs Studenten Corps. Deze opgerichte sociëteit kent een pittige ontgroeningstijd. Na enige ontgroeningschandalen wordt er in 1928 een scheiding aangebracht tussen het corps en de sociëteit, aangezien de universitaire gemeenschap deze ontgroening niet kan rijmen met het principe van het corps, waarvan zoveel mogelijk studenten lid moeten worden. Er worden in dat jaar twee onderverenigingen van het corps opgericht: De Societas Studiosorum Noviomagensum ‘Roland’ en ‘de Meisjesclub’. Men kan nu lid worden van het corps, zonder lid te worden van een van beide verenigingen. Dat corpslidmaatschap houdt echter niet veel meer in dan het recht op bijwonen van de corpsvergadering. Vanaf 1933 komt hierin verandering. Het lidmaatschap van het corps wordt alleen bereikt door lid te worden van een van beide verenigingen, mét ontgroening.

Het corps wordt negen jaar later, tijdens de oorlog, opgeschrikt door het beleid van de bezetter. In 1942 wordt de sociëteit gesloten, nadat geweigerd was het bord ‘verboden voor joden’ op te hangen. In hetzelfde jaar werd besloten het corpslidmaatschap voor alle studenten verplicht te stellen. De contributie moest tegelijk met het collegegeld worden overgemaakt.
In 1953 leidt deze verplichting echter tot nieuwe problemen. In dat jaar wordt door de Senaat Van Agt de ontgroening vervangen door een introductietijd. De sociëteit aan de Oranjesingel wordt nu een Trefcentrum voor alle studenten. Met name onder de leden van Roland wordt gepleit voor de handhaving van het traditionele studentenleven zoals dat altijd is geweest. Deze scheiding leidt tot de oprichting van een aantal nieuwe studentenverenigingen, die alle onder het corps vallen. Het corps kan deze uitgebreide verzameling verenigingen niet langer echt overkoepelen, en vanuit Roland komt het voorstel om het corps te liquideren en zelf de naam corps over te nemen. De universitaire overheid spreekt tegen dit voorstel een veto uit.

Vanaf 1963 komt er verandering in de inrichting van het verenigingsleven. De Studentenvakbond probeert een aantal hervormingen door te voeren binnen het corps. Als dit niet lukt, treedt de vakbond uit het corps (1964). Vanaf dat moment volgen ingrijpende veranderingen elkaar op. Het N.S.C. treedt uit de Unie van Katholieke Studentenverenigingen, en wijzigt in 1965 de naam in Unie van Studenten te Nijmegen. Hierop wordt het verplichte corpslidmaatschap afgeschaft, en komen de gezelligheidsverenigingen los te staan van het corps.

Er breken voor Roland en de Meisjesclub moeilijke tijden aan. Als ongemengde traditionele gezelligheidsverenigingen hebben ze te kampen met een sterk dalend ledenaantal. In een Algemene Ledenvergadering in 1970 vraagt een lid zich af of de vereniging misschien te rechts, te ouderwets en te duur is. Ruim een jaar later kan de vereniging slechts 12 nieuwe leden aantrekken in de introductietijd van februari. De Meisjesclub, vanaf 1964 gehuisvest aan de Bijleveldsingel, heeft het zelfs zo moeilijk dat elke avond (met uitzondering van de woensdag) een open café geëxploiteerd moet worden. In 1971 neemt de Meisjesclub enkele drastische besluiten. Het open café zal worden verpacht, de Meisjesclub komt voortaan niet meer bijeen in de sociëteitszaal, maar in de clubkamer en alle inactieve leden worden geroyeerd. Zowel Roland als de Meisjesclub hebben een erg laag ledenaantal (198 en 95). Eind 1971 wordt begonnen met onderhandelingen voor een fusie tussen de twee verenigingen, en in 1972 komt dat de Algemene Nijmeegse Studentenvereniging tot stand. Roland verhuist dan van de Van Berchenstraat naar de Bijleveldsingel. In het eerste begin worden de kroegjolen nog gescheiden gehouden. De heren joolden nog in de Van Berchenstraat, en de dames aan de Bijleveldsingel. Bij de fusie wordt ook besloten dat H.B.O.-studenten geen toegang tot de vereniging hebben. Pas in 1980 wordt door een statutenwijziging het lidmaatschap opengesteld voor H.B.O.-studenten.

De naam van de nieuwe vereniging is toch niet tot ieders tevredenheid. In januari 1973 wordt dan de naam gewijzigd in Nijmeegse Studentenvereniging Carolus Magnus, gebaseerd op de oude naam van het Nijmeegs Studenten Corps. Na een periode waarin steeds opnieuw verschillende data voor de dies werden gehanteerd, werd uiteindelijk vastgesteld dat de dies van de vereniging gelijk zou vallen met die van Roland. Als oprichtingsdatum wordt nog steeds 1 februari 1928 gehanteerd. Vanzelfsprekend moest er ook een nieuw sigillum komen en dus ook een nieuw wapen voor de vereniging. Er wordt een wedstrijd uitgeschreven met als eerste prijs een fles Ballantines.

In ditzelfde jaar heeft de vereniging te kampen met een slechte financiële situatie, waardoor de praeses uit eigen zak onder andere een telefoon en tl-balken moet bekostigen. Om nog meer kosten te sparen wordt ook in dit jaar de kroegober ontslagen een de tapcommissie ingesteld. In 1975 echter is de interesse voor deze commissie zover teruggelopen, dat er toch weer een barkeeper wordt ingehuurd. Een andere maatregel die moet worden genomen is het afstoten van het pand aan de Van Berchenstraat en de verbouwing van de sociëteit aan de Bijleveldsingel. Daarmee wordt in mei 1976 begonnen. Door deze verbouwing komt er onder andere een grotere kroegzaal. Als echter na de verbouwing het bestuur een rondgang maakt, komt men tot de ontdekking dat in alle bouwijver vergeten was een bar te plaatsen in de kroegzaal. Door een anonieme geldschieter wordt dit probleem echter binnen een paar dagen verholpen.

Twee jaar later, in 1977, is de N.S.V. Carolus Magnus de eerste traditionele studentenvereniging in Nederland die een vrouwelijke Praeses aanstelt. Dit voorbeeld wordt nog in datzelfde jaar door verschillende corpora gevolgd.

Na enkele moeilijke beginjaren komt de vereniging dan eindelijk in een betere positie. De financiële situatie verbetert sterk, en het ledenaantal blijft maar toenemen. Het ledenaantal van de vereniging bereikt een hoogtepunt in de jaren tachtig. De vereniging blijft tot december 1996 gehuisvest aan de Bijleveldsingel. Daarna wordt verhuisd naar het huidige pand: de Sociëteit aan de Hertogstraat 141. Van het jaar van de fusie tot heden, is de vereniging steeds sterker komen te staan in de Nijmeegse studentenwereld. Met als gevolg, dat de N.S.V. Carolus Magnus tegenwoordig de grootste en meest traditionele studentenvereniging van Nijmegen is.

Bronnen: Katholiek Documentatiecentrum, Sapienti Sat (1984)

Met dank aan: Hans Simons, Caspar Scholten, Winand Quaedvlieg, Bart van den Tol

De Vereniging